Monument De Dokwerker in Amsterdam
Komende zondagmiddag 5 mei, 12:10 is de filmpremière van De Tram Staakt! in het Filmtheater Kriterion.
Wil je hierbij zijn? Het comité heeft enkele vrijkaarten beschikbaar gesteld. Stuur een mail naar info@februaristaking.nl en maak kans op één van deze gratis kaarten. Wees er snel bij!
Na de film is er een panelgesprek met Tinie IJisberg, Marjan de Boo, Jaïr Stranders, Martijn de Rijk en Patrick Bisschops. De film gaat in première bij Oy Vey Film, in het kader van het Oy Vey Filmfestival en Huizen van Verzet – Amsterdams 4 en 5 mei comité. Meer info: https://oyvey.nl/event/de-tram-staakt/

In de aanloop naar zondag 25 februari gaan we met een aantal vaste bezoekers van de herdenking van de Februaristaking in gesprek. We vragen waarom ze ieder jaar voor de herdenking naar het Jonas Daniël Meijerplein komen en wat herdenken voor hen betekent.

1. Wie bent u?
Ik ben Hennie Landman, 77 jaar en ik ben geboren in Amsterdam. Tot mijn 25e heb ik daar ook gewoond, daarna 45 jaar in Enkhuizen en nu woon ik in Almere. Mijn ouders en twee zussen kwamen allemaal uit Düsseldorf, zij zijn voor de oorlog naar Nederland gevlucht, omdat daar al familie woonde. Mijn vader was namelijk communist en droeg dat ook duidelijk uit. Als ze niet waren gevlucht, was hij al in Duitsland opgepakt.

2. Waarom herdenkt u de Februaristaking?
Mijn vader heeft meegeholpen in de organisatie van de staking. Naar ik weet niet in de top hoor, zijn naam komt nergens in voor. Hij was van oorsprong typograaf en mijn moeder vertelde dat er ten tijde van zijn arrestatie een drukmachine bij ons thuis stond. Ik weet niet wat hij gedrukt heeft, maar ik heb dat originele blad van Staakt Staakt Staakt in een koffertje van hem gevonden. Mijn vader heeft uiteindelijk 4 jaar gevangengezeten, eerst in Schoorl, toen in Amersfoort en daarna in Buchenwald.

Mari Andriessen, de maker van de Dokwerker, kwam bij ons thuis. Hij heeft een kleine Dokwerker, van ongeveer een meter hoog, afgeleverd. Die heeft mijn vader op zijn beurt mee naar Buchenwald genomen en namens Mari geschonken. Om de mensen te eren die zijn gearresteerd voor de Februaristaking. Toen ik daar een jaar of tien geleden voor het laatst was, was dit beeld overigens nergens te bekennen. Zij konden mij niet vertellen waar het beeld gebleven was. Ik denk dat het ergens in een depot terecht is gekomen. Van de overdracht heb ik trouwens een foto. Deze ervaring heb ik ook met het dagboekje van mijn vader, dat ik aan kamp Amersfoort heb geschonken. Ik vind het jammer dat er niets mee gedaan is. 

Van kinds af aan ben ik altijd meegegaan naar de herdenking. We gingen altijd met de hele familie. Naderhand zat ik in de OPSJ (Organisatie van Progressieve Studerende Jeugd, red.) en daarna in ANJV (Algemeen Nederlands Jeugd Verbond, red.), en in dat verband gingen we hier ook heen. Vanwege de drukte stonden we altijd helemaal op de Blauwbrug te vernikkelen. In de regen of sneeuw, het was nooit mooi weer. Maar je was samen, dus je voelde dat niet erg. Vandaag de dag ga ik nog steeds, met mijn kinderen en soms gaan de kleinkinderen ook mee.

3. Wat betekent herdenken voor u?
Heel veel. Bij ons thuis waren verjaardagen enzo niet zo belangrijk. Maar de bevrijdingsdag van Buchenwald, op 11 april, was een feestdag. Er werd rond die tijd ook altijd een reünie gehouden. Hierbij waren ook andere kampen aanwezig, zoals Sachsenhausen, Mauthauzen en de vrouwen van Ravensbrück. Dat was één familie, met echt een viering die een hele dag besloeg.

Herdenken is ontzettend belangrijk. Vooral nu, als je ziet hoe de wereld in brand staat, vind ik dat je er de aandacht op moet vestigen. Dat het verschrikkelijk is geweest en dat het nooit meer mag gebeuren. Maar of mensen daarnaar luisteren? Als ik de afgelopen verkiezingen bekijk, dan heb ik daar een hard hoofd in.

4. Wat is uw verbinding met de Tweede Wereldoorlog?
Mijn vader zei steeds tegen mij: ‘ik heb je meegenomen uit Buchenwald’. Bij ons thuis draaide het altijd om Buchenwald, dat heeft me getekend. Vriendinnen zeggen wel eens dat ik een oorlogstrauma heb, daar wil ik niet aan. Dat kan ook helemaal niet. Mijn vader heeft namelijk nooit iets verteld. Alles wat ik over hem heb gehoord weet ik van de verhalen van oud-gevangenen, tijdens mijn bezoek aan Buchenwald.

 

 

In de aanloop naar zondag 25 februari gaan we met een aantal vaste bezoekers van de herdenking van de Februaristaking in gesprek. We vragen waarom ze ieder jaar voor de herdenking naar het Jonas Daniël Meijerplein komen en wat herdenken voor hen betekent.

1.Wie ben je?

Ik ben Manja Mooy, 44 jaar oud en ik geef als zzp’er les in Nederlands als tweede taal (Nt2). Ik ben de kleindochter van Gerrit Blom, een van de organisatoren van de Februaristaking. Dat is iets waar ik trots op ben, de reden waarom ik altijd naar de herdenking ga en iets dat mijn identiteit en mijn zijn ook wel gevormd heeft.

2. Waarom herdenk je de Februaristaking?

De Februaristaking is belangrijk in ons leven, zonder de staking was ik er niet geweest.  Mijn opa, Gerrit Blom, was niet-religieus joods maar vooral communist en hartstochtelijk CPN-lid. Er waren heel veel rellen in de stad, de Duitsers waren gruwelijk bezig en de CPN was toen al bezig om daartegen in opstand te komen. Bij de razzia rond 21 of 22 februari is mijn grootvader opgepakt. Alle opgepakte mannen zijn eerst naar kamp Schoorl gebracht, waar zij bericht kregen dat de Februaristaking aan de gang was. Uiteindelijk is Gerrit met andere gevangenen naar Buchenwald getransporteerd. Bij de Duitse zoektocht naar de organisatoren van de Februaristaking heeft is zijn naam genoemd. Eigenlijk heeft dat zijn leven gered. Alle mensen die tegelijk met hem waren opgepakt met de razzia zijn uiteindelijk vermoord. De Duitsers hebben mijn opa teruggehaald omdat ze een proces wilden voeren. Hij is voor zijn aandeel in de staking veroordeeld tot gevangenisstraf in Duitsland. Na de oorlog kwam Gerrit terug naar Amsterdam. Zijn wereld was totaal veranderd, hij had geen huis, ouders, vrouw of kinderen meer. Al zijn familie was vermoord in Sobibor. Mijn opa probeerde zijn leven weer op te pakken en ontmoet daarbij Liesje Pijer, de vrouw die namens het CPN met hem correspondeerde toen hij in de gevangenis zat. Ze kregen samen een kind: mijn moeder.

Ik ga elke herdenking met mijn moeder, tante en nicht heen om bloemen te leggen. Daarna gaan we altijd met zijn vieren uit eten. Voor mij is het echt verbinding met mijn familie. De laatste jaren lees ik in de weken voor de herdenking de krantenartikelen die mijn grootvader schreef voor De Waarheid. Dit ging over de Februaristaking, zijn eigen geschiedenis, de razzia waarbij hij opgepakt is. Ook hij schreef waarom er herdacht werd en koppelde dit aan actuele politieke situaties. De kracht van het heden koppelde hij aan de kracht van toen bij de staking. 

3.Wat betekent herdenken voor jou?  

De kracht van de mensen van vroeger vooral. En de verbinding van de strijd met het fascisme van vandaag de dag.

4.Naar wie kijk je op als het gaat om hedendaags verzet?

Aleksej Navalny, in Rusland. Ik verbind dit toch automatisch met het verhaal van mijn grootvader. Toen de mensen van de Februaristaking door de Duitsers voor het gerecht werden gebracht, toen werden ze niet stil. Zij bleven tijdens de rechtszaak schreeuwen, ze bleven opkomen voor hun idealen. Navalny doet hetzelfde. Ook al zit hij in de gevangenis in Rusland en proberen ze hem monddood te maken, hij laat zich niet monddood maken. Dat vind ik heel dapper.

Na veel jaren secretaris te zijn geweest van ons comité is Marjan de Boo daarmee gestopt.
Jelmer Peter is haar opvolger. Hennie de Boef is penningmeester geweest. Wij zijn hen
beiden zeer dankbaar voor hun inzet.
Gelukkig hebben zich weer twee mensen bereid getoond om lid te worden van ons comité.
David Hein is afgelopen jaar toegetreden. “Van kinds af aan ben ik geïnteresseerd in WOII en
de langetermijngevolgen die die oorlog heeft (gehad) op degenen die het overleefd
hebben”, zegt hij. “Mijn grootouders en mijn vader hebben tijdens de oorlog ondergedoken
gezeten, en dit heeft diepe sporen achtergelaten in hun verdere levens. Daardoor werd mijn
leven daar ook door gekleurd. Het heeft het belang van verzet, maar ook het belang van het
herdenken van verzet in mij geëtst.”

David Hein
David Hein

In zijn werkzame leven is David Hein jurist in het internationaal strafrecht. “In mijn
activiteiten voor het comité hoop ik eraan bij te kunnen dragen dat huidige en volgende
generaties zich realiseren dat de rechtsstaat zoals die na de Tweede Wereldoorlog
opgebouwd is iets is om te koesteren. En dat het onderhoud daarvan blijvende aandacht
verdient, om te voorkomen dat uitsluiting weer plaats kan vinden.

Emma Hilde Fuchs is een geboren en getogen Amsterdammer. Na een bachelor
Theaterwetenschap heeft zij de master Kunst, Cultuur en Politiek gestudeerd aan de
Universiteit van Amsterdam. Zij wordt onze penningmeester. “Tijdens mijn studietijd ben ik
voorzitter geweest van de ASVA Studentenvakbond. En ik zette mij in voor kansengelijkheid
in het Amsterdamse onderwijs als penningmeester van Stichting Diversity Talks. Sinds een
paar maanden ben ik aan de slag gegaan als kunst- en cultuuradviseur bij Bureau
Berenschot.”

Emma Fuchs
Emma Fuchs

De Februaristaking vindt Emma een heel belangrijk stukje geschiedenis. “Dat
zeg ik niet alleen als derde generatie Shoah-overlever, maar vooral als mens. De manier
waarop de stakers in februari 1941 op kwamen voor zichzelf en voor de ander moeten en
mogen we nooit vergeten. Juist nu. Want met de jaren zijn er steeds minder nog levende
ooggetuigen van de Tweede Wereldoorlog. Tegelijkertijd ligt de wereld op zoveel
verschillende plaatsen in puin. En extremistisch en conservatief gedachtegoed krijgen
alsmaar meer vaste voet aan de grond.”

Contact

       Comité Herdenking Februaristaking 1941

Ridderspoorweg 66

1032 LL Amsterdam

tel: 020 – 5287129

info@februaristaking.nl