gezongen door Thomas Spijkerman, hertaling door George Groot
Een mens, heb in zijn leven heel wat
zorg in z’n kop
Om te blijven een fatsoenlijke man
En als je wilt fatsoenlijk zijn
Dan heb je strop op strop
Je wordt er gewoon ballorig van
M’n buurman in z’n zaak
Die heb zich vlug schatrijk gemaakt
Gezwendeld heeft ie zonder hart of ziel
Ik houd niet van die trekjes
Ik deed het altijd netjes
Daarom blijf ik een arme schlemiel
Want ik ben Sally, goocheme Sally
Die de mensen op zijn duimpie kent
Hoeveel mensen in de rats
Heb ik van mijn kleine krats
Nog wat gegeven
Zal ik leven
Want ik ben Sally, goocheme Sally
En toch zeggen ze: je bent een ouwe nar
Dan schud ik gewoon mijn kop
Geef er geheel geen antwoord op
Ik ben Sally met zijn roomijskar
We leven in een wereld vol gemopper en gemor
En de jeugd die heeft het meestal weer gedaan
En ook als buitenlander krijg je af en toe een por
Er is altijd een stok om mee te slaan
Natuurlijk gaat het goed
In een tijd van overvloed
De mensen zijn dan reuzetolerant
Maar worden banen schaarser
En de kabinetten paarser
Dan zeggen: wat vol toch is dit land
Maar hoor nou Sally, goocheme Sally
Die de mensen op zijn duimpie kent
Is het leven onvervuld
Krijgt de minderheid de schuld
Da’s een gegeven
Zal ik leven?
Dus zegt u: Sally, goocheme Sally
Hou es op met dat geharrewar
Gun mekaar wat lucht en licht
Da’s gewoon je mensenplicht
Ik ben Sally met zijn roomijskar