Oorlog voorbij het graf

Nieuw boek over wraakrazzia’s

Boek beschrijft wraakrazzia’s na aanslagen door het verzet

door Bart Vuijk

De Duitse bezetter was de weerspannige Nederlandse bevolking helemaal zat in het voorjaar van
1944. Die Nederlanders waren niet het gedroomde Germaanse broedervolk dat zich, naar Hitler
hoopte, als vanzelf bij de nazi-ideologie zou aansluiten. Dat betekende nog meer keiharde
onderdrukking. In het nieuwe boek Oorlog voorbij het Graf van Bart Vuijk en Cor Bart worden drie
wraakrazzia’s beschreven, die volgden op dodelijke aanslagen door het verzet op gevaarlijke NSB’ers.
Razzia’s die niet alleen 1215 opgepakte jongemannen diep zouden raken, maar ver na de oorlog nog
zouden nagalmen bij hun nageslacht.

De Februaristaking van 1941 was een van de eerste keren dat Nederland te maken kreeg met de
meedogenloze terreur van de nazi’s. In de jaren daarna zou de Jodenvervolging pas echt op gang
komen en meer dan 100.000 levens eisen in de vernietigingskampen. Dat dit nog maar een
voorbode was van wat heel Nederland te wachten zou staan, bleek in het laatste oorlogsjaar.
Duitsland leed grote verliezen aan het oostfront. De houding van de bezetter verhardde zich. Het
verzet in Nederland liet in toenemende mate zijn tanden zien. NSB’ers met hoge functies in het
onderdrukkingsapparaat van de bezetter waren hun leven niet zeker.

De wraak van de nazi’s was niet mals. In april en mei 1944 werden massale razzia’ s gehouden in
enkele dorpen waar het verzet aanslagen had gepleegd. Bij deze vergeldingsrazzia’s werden 1215
jongemannen opgepakt tussen 18 en 15 jaar. Ongeveer de helft van hen werd via het beruchte
Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort naar Duitse strafwerkkampen gebracht, waar ze zo’n
afschuwelijke behandeling kregen dat 123 jongens het niet overleefden.

De eerste vergeldingsrazzia vond plaats in Beverwijk en Velsen-Noord op 16 april 1944.
Verzetslieden Jan Bonekamp en Henk Pools hadden twee dagen daarvoor in Beverwijk een fanatieke
Nederlandse Hitler-aanhanger doodgeschoten, Jasper Speijer de Graaf. Dat was al de vierde
dodelijke aanslag in slechts enkele maanden tijd.

Herdenking razzia 1944 Beverwijk

 

 

 

 

 

 

 

De bezetter reageerde met dood en verderf. Eerst werden met wisselend succes door geheime
Silbertanne-commando’s van de SS moordaanslagen gepleegd op een handvol anti-Duitsgezinde
burgers, die bij het openen van hun voordeur werden doodgeschoten. Maar dat was nog niet
genoeg. Na een hulpkreet van de NSB-burgemeesters Tjeerd van der Weijden van Velsen en J. van
Grunsven van Beverwijk besloot de hoogste SS-leider van Nederland, Hanns Albin Rauter, om de
hele gemeenschap in Beverwijk en Velsen-Noord in het hart te treffen.

Op zondag 16 april 1944 trok een colonne legertrucks van de Grüne Polizei uit het hoofdkantoor in
het huidige Wereldmuseum in Amsterdam in alle vroegte naar Beverwijk, waar alle invalswegen
werden afgesloten. Daarna gingen de soldaten de deuren langs. Alle jongens tussen 18 en 25 jaar
werden opgepakt.

Geweerkolven bonsden op deuren en ramen, en alle jongens in de gezochte leeftijdsgroep werden
direct meegenomen. In de voormiddag hadden de nazi’s 486 volslagen onschuldige jongens te
pakken, die als de grootste misdadigers werden behandeld. Ze werden, veelal in hun zondagse
kleding, in de stromende regen afgemarcheerd naar het station van Beverwijk, waar ze met veel
geschreeuw en geweld in dertien goederenwagons werden geduwd. De trein bracht de jongens naar
Kamp Amersfoort. Ze zouden pas weer vrijkomen als de daders van de aanslagen werden
aangegeven.

Soortgelijke razzia’s vonden in de weken daarna ook plaats in het Groningse Bedum, Middelstum,
Winsum en Zuidwolde, en in Sliedrecht, Werkendam, Hardinxveld-Giessendam en de Biesbosch, aan
beide zijden van de rivier de Merwede. In totaal werden er 1215 bange jongens gevangengenomen.
In veel gevallen was het de hele opgegroeide jeugd van de overvallen dorpen. Het was de bedoeling
van de nazi’s om deze weerspannige gemeenschappen in het hart te raken, en die opzet lukte. Maar
in één ding slaagden de nazi’s niet: geen van de opgepakte jongens of hun ouders gaf de Duitsers
informatie over de aanslagplegers van het verzet.

Na een verblijf van bijna drie maanden in het beruchte Kamp Amersfoort, waar kampbeulen als
Kotälla en Westerveld de knuppel hanteerden, kwam er een bevel uit Berlijn. Alle jongens die
konden werken, moesten naar Duitse strafwerkkampen worden gebracht. Op 7 juli 1944 vertrok een
transport met meer dan vijfhonderd bange jongens naar het oosten van Duitsland. Al snel bleek dat
zij in Amersfoort nog maar een voorproefje hadden meegemaakt van wat ze toen te wachten stond.
In Duitse ‘opvoedkampen’ werden zij doelwit van nog veel meer wrede terreur van de nazi’s. Te eten
kregen ze nauwelijks. Huisvesting en hygiëne waren zo gebrekkig dat alle jongens onder de luizen
zaten. Twaalf uur per dag moesten ze loodzware dwangarbeid verrichten in smerige chemische
fabrieken van de oorlogsindustrie in de buurt van Leipzig en Halle. Geallieerde
luchtbombardementen eisten menig slachtoffer, maar velen meer vonden de dood door de
kampbeulen. Wie ziek was, even uitrustte, opviel of verkeerd keek naar een bewaker, kreeg de
genadeloze knuppel tegen van Nederlandse kapo’s als Loetje Kiesouw en W. Gerbsch, die na de
oorlog beiden zijn veroordeeld voor het vermoorden van talloze weerloze gevangenen.

De wraakrazzia’s maakten zulke diepe wonden, dat minister-president Gerbrandy en Prins Bernhard
vanuit Londen het Nederlandse verzet waarschuwden om geen onbezonnen aanslagen meer te
plegen. De gevolgen voor de burgerbevolking zouden te erg zijn.

Tot ver na de oorlog zouden de wraakrazzia’s nagalmen in de getroffen dorpen. Veel gevangen
jongens konden er na hun terugkeer in Nederland niet over praten, zo erg was het geweest. Hun
kinderen hebben veelal niet de antwoorden gekregen waar zij naar zochten.
Een twintigjarige zoektocht naar feiten van journalist Bart Vuijk en oorlogsonderzoeker Cor Bart
heeft een onthullend boek opgeleverd van dik driehonderd pagina’s, met talrijke verhalen,
interviews, archiefonderzoek, een uitgebreid register en talrijke foto’s die nog nooit zijn
gepubliceerd.

Het boek Oorlog voorbij het Graf is te bestellen op www.oorlogvoorbijhetgraf.nl.

Deel dit via

Contact

       Comité Herdenking Februaristaking 1941

Ridderspoorweg 66

1032 LL Amsterdam

tel: 020 – 5287129

info@februaristaking.nl