In het kader van de tachtigjarige Februaristaking presenteert het Verzetsmuseum in Amsterdam een bijzondere expositie over deze belangrijke verzetsdaad. De tentoonstelling onder de titel Wees moedig! is toegespitst op drie gangmakers. Het zijn Joop IJisberg en Willem Kraan, beiden in dienst bij de Gemeente Amsterdam – respectievelijk als tramconducteur en straatmaker – en Coba Veltman, die bijdroeg aan het vermenigvuldigen van de stakingsoproep.
Voor Willem Kraan en Joop IJisberg leidde het verzet tot een zeer droevig einde aan hun leven. Samen met 31 andere verzetsmensen werden zij op 19 november 1942 nabij vliegbasis Soesterberg gedood door een vuurpeloton. Hun lichaam werd in een greppel gesmeten. Coba Veltman kreeg een halfjaar gevangenisstraf, maar werd niet meer vrijgelaten. Na een verblijf in zes gevangenissen werd zij op 3 juli 1943opgesloten in het beruchte concentratiekamp Ravensbrück in Duitsland. In april 1945 werd ze bevrijd.
Alle drie waren ze maandagavond 24 februari 1941 aanwezig bij de bijeenkomst op de Noordermarkt waar de laatste parolen voor de staking werden gegeven. Willem Kraan was op zondag 23 februari op bezoek bij familie nabij het Jonas Daniël Meijerplein. Hij zag daar hoe beestachtigJoodse mannen door de Duitsers bij een razzia werden opgepakt. Huilend vertelde hij daarna zijn kameraad Piet Nak – werkzaam bij de stadsreiniging – wat hij gezien had. Er is actie nodig, vonden beiden.
Joop IJisberg zei in de vroege ochtend van 25 februari tegen zijn vrouw Too: “Ik doe mijn goede pak aan, want vandaag wordt er niet gewerkt. Vandaag gaat het gebeuren.”In de tramremise aan de Lekstraat wist hij veel collega’s te overtuigen die dag niet uitte rijden en stapte hij in rijdende trams om ze te stoppen.
Coba Veltman werkte voor de bezetting als typiste bij het Volksdagblad, de krant van de CPN. Zij tikte talrijke stencils vol met de tekst van de oproep tot de staking: “STAAKT!! STAAKT!! STAAKT!!” Onder meer tikte zij de
woorden Wees Moedig, nu de titel van de tentoonstelling. De stencils waren een voorloper van het kopieerapparaat. Teksten
en bijvoorbeeld tekeningen konden ermee op papier worden overgebracht. De CPN beschikte over een aantal van die stencil-
machines.
De drie waren gewone mensen, met hun eigen besognes en familieleven. In de expositie wordt dat geschetst. Bezoekers
kunnen meeleven met hun families die het heel zwaar kregen nadat IJisberg, Kraan en Veltman waren opgepakt en aan harde
verhoren onderworpen. De familieleden wisten aanvankelijk niet eens waar hun dierbaren vast zaten. Alleen via clandestiene briefjes konden Joop IJisberg en zijn vrouw met elkaar corresponderen. In de expositie zijn veel van die smokkelbriefjes te zien.
Vlak voor ze werden doodgeschoten mochten Kraan en IJisberg een afscheidsbrief schrijven aan hun geliefden.“Een verrader ben ik niet, ik val voor mijn ideaal, en ik hoop dat dit niet voor niets is”, schreef Willem Kraan. “Ik zal tot de laatste minuut aan jullie blijven denken en moedig de dood onder ogen zien”, aldus Joop IJisberg. De families kwamen in diepe armoedeterecht. Ze moesten leven met het verliesvan hun dierbaren én met de vraag of het ’tallemaal wel waard was geweest. Ook daaraan besteedt de expositie aandacht.De tentoonstelling is te zien vanaf 3 maart (onder voorbehoud ivm coronamaatregelen) tot en met 18 juli.
Op 24 februari lanceert het verzetsmuseum op haar website een online versie van haar tentoonstelling. met o.a. een openingsfilm met nabestaanden in de tentoonstelling.
Het Verzetsmuseum is gevestigd aan de Plantage Kerklaan 61,tegenover de ingang van Artis, circa vijf minuten lopen van de Dokwerker. Openingstijden: maandag tot en met vrijdag 10.00-17.00 uur; op zaterdag en zondag 11.00-17.00 uur.