Toespraak Jaïr Stranders Februaristaking 25 feb
Namens het Comité Herdenking Februaristaking 1941 en het Gemeentebestuur van Amsterdam heet ik u welkom. Mijn naam is Jaïr Stranders en ik ben voorzitter van het comité.
We verzamelen ons hier ieder jaar op 25 februari rondom de Dokwerker ter nagedachtenis aan alle mensen die – vandaag 83 jaar geleden – de moed hadden om in verzet te komen tegen de nazi’s en tegen de onrechtmatige behandeling van hun Joodse stadgenoten. Vele Amsterdammers en de dag erna ook arbeiders in andere gemeenten, zoals Zaandam, Utrecht en Hilversum, staakten en kwamen in opstand in navolging van de moedige initiatiefnemers en organisatoren van de CPN.
De Februaristaking – zoals deze unieke massale opstand is gaan heten – was een grootse reactie op de eerste gewelddadige razzia op bijna 400 weerloze jonge Amsterdamse Joodse mannen het weekend ervoor, op en rond dit plein. Met deze razzia begon de daadwerkelijke vervolging van de 140.000 Nederlandse Joden; uiteindelijk werd het overgrote deel van hen vermoord. Ook Roma en Sinti, communisten, mensen uit het verzet en zij die onderduikers in huis namen werden in de oorlogsjaren vervolgd, vaak gevolgd door moord.
Het stelselmatig stigmatiseren van mensen in de samenleving om hun etniciteit, geloof, politieke voorkeur of seksuele geaardheid was een van de voedingsbodems voor de fascistische ideologie van het nationaalsocialisme, die in de jaren ’30 in ons buurland Duitsland en ook in andere Europese landen op kon komen en aan de macht kwam. Deze herdenking is naast het eren van de stakers van toen daarom ook een aansporing om waakzaam te blijven voor hedendaagse vormen van antisemitisme, intolerantie, uitsluiting en discriminatie.
Het belang hiervan gaat zeker ook de jonge generaties aan. Daarom besteedt het comité in verschillende projecten rondom deze herdenking hier aandacht aan: de voorstelling van vanmiddag door jonge danseressen uit Hoorn, de online graphic novel ‘De stad moet plat!’, lessen op Amsterdamse scholen in samenwerking met de School der Poëzie en de Rode Loper op School. Van dit laatste project zijn zojuist de zelfgemaakte alternatieve ‘Dokwerkertjes’ uitgedeeld waarmee straks de Dokwerker wordt omringd.
Dit jaar is er zowel buiten als binnen ons land veel gaande dat onze gemoederen bezighoudt, zeker ook vandaag. Een jaarlijkse herdenking als deze is dan ook – naast het eren van wie ere toekomt – een moment bij uitstek waarop wij als samenleving een vinger aan de pols van de tijd houden. Hoe is het gesteld met onze democratische rechtsstaat, met onze open en diverse samenleving, met ons eigen handelen?
De Februaristakingherdenking kent een turbulente politieke geschiedenis. Van wie was de staking? En wie werden er herdacht? Ook werden op dit plein tijdens deze herdenking protestborden en vlaggen getoond voor en tegen welke actuele zaak men streed. Het zal me door sommigen niet in dank afgenomen worden, maar eerlijk gezegd ben ik blij dat de laatste jaren dit vlagvertoon buiten de herdenking gehouden wordt. Want al staan velen van u hier zeker om politieke motieven en was de Februaristaking óók een politieke verzetsdaad, toch is dit jaarlijks samenzijn geen politieke demonstratie maar een herdenking. Om ons blijvend eraan te herinneren dat een open en pluriforme samenleving gestoeld is op recht en wet en niet op schijnbaar onwrikbare tegenstellingen aangewakkerd door de hardste schreeuwers.
De stakers van toen – arbeiders, kassières, studenten – hadden de moed en de rechtschapenheid in opstand te komen tegen een fascistisch en antidemocratisch regime, dat in dit land in de jaren na de staking pas in volledigheid zijn moorddadige tanden liet zien. Deze moed moesten velen met gevangenisstraf en sommigen met hun leven bekopen.
Afgelopen week herinnerde een oud Tweede Kamer-voorzitter mij eraan dat democratie niet iets is voor bange mensen; het vergt moed. Maar hoe toon je moed in deze tijden van polarisatie, populisme en dodelijk massaal geweld? Wat voor moed heeft onze samenleving nu nodig? Het is tegenwoordig voor velen vrij gemakkelijk en gebruikelijk om als vorm van activisme op sociale media en in het openbare leven mensen uit te sluiten, te cancelen, als de vijand weg te zetten, omdat ze er een andere politieke mening op na houden, of tot een andere groep in de samenleving behoren. Maar is dat niet ook een vorm van stelselmatig stigmatiseren?
Getuigt het in deze tijd niet van meer moed en rechtschapenheid om de nuance te zien, bruggen te bouwen en het moeilijke gesprek aan te gaan? Ik neem daarbij een voorbeeld aan de twee Amsterdamse raadsleden – Jood en moslim – die ondanks hun ogenschijnlijk onoverbrugbare meningsverschil over de oorlog in Gaza en Israël tegen de stroom in samen optrekken en scholen bezoeken om te pleiten voor tolerantie, voor dialoog en voor de zachte krachten.
We moeten elke dag weer pal staan voor de rechtsstaat, democratie en mensenrechten, in binnen- en buitenland. Deze zaken mogen niet vanzelfsprekend zijn. Maar in deze strijd mogen we de medemenselijkheid niet uit het oog verliezen. We moeten ons ervoor blijven inspannen de menselijkheid in de ander te herkennen en erkennen. Daarmee doen we de stakers van toen vandaag het meest recht.
Na mij spreekt de burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema. Vervolgens draagt Benjamin Fro een voor de gelegenheid geschreven tekst voor. Tot slot spreekt programmamaker en schrijver Johan Fretz.
Om vijf uur wordt het defilé geopend door:
1. Comité Herdenking Februaristaking 1941
2. College van Burgemeester & Wethouders van Amsterdam
3. De voorzitter van de Eerste Kamer en ondervoorzitter van de Tweede Kamer en
4. Plaatsvervanger voor de staatssecretaris van het ministerie van VWS
5. De ambassadeur van Israël
6. De gedeputeerde van de Commissaris van de Koning van Noord-Holland 7. Centraal Orgaan Voormalig Verzet en Slachtoffers
8. Stadsdeel Amsterdam Centrum namens alle stadsdelen
9. De sprekers
Vandaag leggen voor het eerst ook de dochter en kleindochter van Simon Groen een krans, begeleid door historica Wally de Lange. Simon was één van de opgepakte Joden bij de razzia.
Na de kopgroep opent het defilé door het presidium van de gemeenteraad Amsterdam
gevolgd door nabestaanden van februaristakers,
Gemeentes uit de Zaanstreek, ‘t Gooi, Kennemerland, Utrecht en overige gemeentes uit het land
Vakbonden, jongerenorganisaties en maatschappelijke organisaties en iedereen die wil.
Het woord is nu eerst aan burgemeester Halsema.