Namens het Comité Herdenking Februaristaking 1941 en het Gemeentebestuur van Amsterdam heet ik u welkom. Mijn naam is Jaïr Stranders en ik ben voorzitter van het comité.
Vandaag 82 jaar geleden – Nederland was nog geen jaar bezet door de nazi’s – staakten vele Amsterdammers en de dag erna ook mensen in andere gemeenten, zoals Zaandam, Utrecht en Hilversum, in navolging van de moedige initiatiefnemers en organisatoren van de CPN. De staking was een grootse reactie op de eerste gewelddadige razzia op 389 weerloze jonge Amsterdamse Joodse mannen het weekend ervoor, op en rond dit plein. Hiermee begon de daadwerkelijke vervolging van de 140.000 Nederlandse Joden; uiteindelijk werd 75% van hen vermoord. Ook Roma en Sinti, communisten, mensen uit het verzet en zij die onderduikers in huis namen werden vervolgd, vaak gevolgd door moord.
Sinds 1946 komen mensen hier op 25 februari samen om de staking te herdenken; en vandaag dus ook, in groten getale. En dat zegt wat. Want zij die die dagen de stad plat legden – personeel van gemeentelijke diensten waaronder de tram, havenarbeiders, winkelpersoneel en HEMA-kassières, scholieren en vele anderen – deden dat uit solidariteit met hun stadgenoten, die onder lagen. Let wel, wat vaak vergeten of niet geloofd wordt; ook Joodse mensen maakten deel uit van de arbeidersbeweging en de CPN, ook zij staakten en zaten in het verzet. Zo kun je door deze buurt lopen met de app iWalk, die je vertelt over het Joods verzet in de stad.
Voor onze tijd is de Februaristaking een inspirerend en belangrijk signaal. Want solidariteit met hen die onrecht wordt aangedaan – in de wereld, in ons land, of in onze stad – is hard nodig, maar soms ver te zoeken. Wat doen we, als mensenrechten met voeten worden getreden? Als we in deze stad te maken hebben met intolerantie, extreem gedachtegoed of fascisme? Durven we het dan te benoemen? En zijn we als samenlevende burgers nog in staat elkaar te vinden in gezamenlijk verzet om recht af te dwingen bij groot onrecht? Komen we nog wel op voor iemand anders dan onszelf of dan voor ons eigen belang?
De nagedachtenis aan de stakers spoort ons aan deze vragen niet uit de weg te gaan. En deze vragen moeten, ná het bijbrengen van de onvoorstelbare en onweerlegbare feiten over de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust, centraal staan bij het betrekken van jongeren en in lessen aan scholieren. Dat doet het Comité Herdenking Februaristaking 1941 in het onlangs ontwikkelde en gratis beschikbare educatieve programma van de online geïllustreerde vertelling ‘De stad moet plat!’. En het gebeurt bij de programma’s op Amsterdamse scholen van Oorlog in mijn buurt en de School der Poëzie, en bij basisschoolleerlingen uit Oost van De Rode Loper op School, die vandaag aan u zelfgemaakte alternatieve ‘Dokwerkertjes’ uitdelen waarmee u het beeld kunt omringen. En bij de jongeren van Theater Na de Dam en Meervaart Jong die net voor de herdenking hier om de hoek een voorstelling speelden over de Februaristaking, vrouwen in het verzet en Jacoba van Tongeren. Zij helpen zo met het leggen van de kransen.
Ja, we komen hier vandaag samen om stil te staan bij die daad van verzet van 82 jaar geleden, de enige van die omvang in bezet Europa. En nu de oudste generaties die de oorlog nog meemaakten uit ons midden verdwijnen, komen we hier ook meer en meer met de jonge generaties samen om ons te oefenen in waakzaamheid en om in beweging te komen.
We hebben in onze samenleving nog steeds te maken met discriminatie, racisme, antisemitisme. Soms verschuilt het zich in impliciete uitingen, maar steeds vaker manifesteert het zich openlijk: in geprojecteerde leuzen op de Erasmusbrug of het Anne Frank huis, en zelfs in debatten in de Tweede Kamer. Complot-denken heeft een grote aantrekkingskracht op groepen mensen en jongeren zijn hier extra vatbaar voor.
En een van de oorzaken van deze ontwikkelingen is juist dat de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog minder en minder een moreel ijkpunt vormt. Terwijl vrijheid niet alleen onder grote druk staat, maar op dit moment op verschillende plekken in de wereld met hand en tand verdedigd wordt. Laten ook wij dus blijven vechten voor een open, sociale en rechtvaardige samenleving.
Wat dat betreft roept de nagedachtenis van de Februaristakers ons nadrukkelijk op tot medemenselijkheid, tot moed en tot actie. Daarom staan wij hier.
Na mij spreekt de voorzitter van de FNV, Tuur Elzinga. Vervolgens draagt Roziena Salihu een voor de gelegenheid geschreven tekst voor en zingt Lucky Fonz een voor de gelegenheid geschreven lied.
Om vijf uur wordt het defilé geopend door:
1. Comité Herdenking Februaristaking 1941
2. College van Burgemeester & Wethouders van Amsterdam
3. De voorzitter van de Tweede Kamer en de voorzitter van de Eerste Kamer
4. Plaatsvervanger voor de staatssecretaris van het ministerie van VWS
5. De gedeputeerde van de Commissaris van de Koning van Noord-Holland
6. Centraal Orgaan Voormalig Verzet en Slachtoffers
7. Stadsdeelcommissie Amsterdam Centrum
8. De sprekers
Daarna legt het presidium van de gemeenteraad Amsterdam bloemen gevolgd door nabestaanden van februaristakers, Gemeentes uit de Zaanstreek, ‘t Gooi, Kennemerland, Utrecht en overige gemeentes uit het land. Vakbonden, jongerenorganisaties en maatschappelijke organisaties en iedereen die wil.
Het woord is nu eerst aan Tuur Elzinga.