In de aanloop naar zondag 25 februari gaan we met een aantal vaste bezoekers van de herdenking van de Februaristaking in gesprek. We vragen waarom ze ieder jaar voor de herdenking naar het Jonas Daniël Meijerplein komen en wat herdenken voor hen betekent.
Wie ben je?
Ik ben Maurits Huijbrechtse, 26 jaar oud en ik ben student geschiedenis.
Waarom herdenk je de Februaristaking?
Sinds de 75e herdenking kom ik eigenlijk elk jaar vanwege een persoonlijke reden naar de herdenking. Mijn overgrootvader en zijn broers hebben namelijk meegestaakt. Zij waren ambtenaren van Publieke Werken in Amsterdam, stratenmakers om precies te zijn. Ik heb mijn overgrootvader nog gekend, niet wetende dat hij aan de Februaristaking heeft meegedaan.
Het heeft trouwens tot het 75-jarige bestaan van de herdenking geduurd voordat ik hier naartoe ging. Het Stadsarchief Amsterdam heeft toen namelijk een lijst vrijgegeven met namen van ambtenaren die gestaakt hebben, waar mijn overgrootvader en zijn broers ook op stonden. Naar ik weet hebben mensen na de staking voor een commissie moeten vertellen of ze gestaakt hadden en is er vervolgens loon ingehouden voor die twee dagen dat er gestaakt is. Door het vrijgeven van deze lijst konden wij het verhaal verifiëren dat over mijn overgrootvader en zijn broers in de familie rondging. Daarvoor was het een soort familieverhaal dat wel eens ter sprake kwam, maar waarvan we niet precies wisten of het op waarheid berustte.
Wat betekent herdenken voor jou?
Herdenken is voor mij heel belangrijk. Ook als geschiedenisstudent is het trouwens op een bepaalde manier ook interessant om erbij te zijn. Om mee te maken hoe zoiets als een herdenking in de praktijk in elkaar zit. Maar ik vind het vooral heel belangrijk om stil te staan bij wat er gebeurd is. De Februaristaking is natuurlijk niet los te zien van het Joods verzet, wat er aan de staking vooraf is gegaan. Ik ga vaker naar herdenkingen en het is bij deze herdenking altijd fijn om stil te staan bij het feit dat, hoe klein ook, mijn familieleden onderdeel waren van deze staking.
Herdenkingen zijn in mijn ogen nog een van de weinige dingen die Nederlanders met verschillende achtergronden verbindt. Dat zie ik ook altijd terug in het publiek dat afkomt op de herdenking. Ik heb daar vaak hele leuke gesprekken met mensen die ik anders niet zo snel tegen zou komen. Daar zie ik ook een overeenkomst met de gelaagdheid van de mensen die meededen aan de staking. Dat varieerde van de dames die bij de HEMA werkten, scholieren tot ambtenaren zoals mijn eigen familie. Het is heel belangrijk dat die diversiteit van de staking zichtbaar blijft.
Naar wie kijk je op als het gaat om hedendaags verzet?
Er zijn heel veel mensen die ik hier zou kunnen noemen, die de fakkel van de Februaristaking deels hebben opgenomen. Voor mezelf kijk ik met veel bewondering naar activisten uit de Verenigde Staten die zich uitspreken voor mensen met een handicap. Een grote inspiratiebron op dit vlak zijn de activisten die voorkomen in de documentaire Crip Camp. Dit gaat over hoe de moderne beweging voor de gelijke rechten van mensen met een handicap in de VS van de grond is gekomen.
Maar hedendaags verzet zit wat mij betreft juist ook in kleine dingen: op blijven komen voor wat je juist vindt en je blijven durven uitspreken. Je hulpvaardig opstellen en echt naar mensen durven luisteren. Het gebeurt dat mensen aan elkaar voorbijgaan, omdat ze niet de tijd nemen om elkaar te begrijpen. En dan kom je niet echt tot elkaar. Dat is voor mij toch ook de belangrijkste basis onder het begrip solidariteit, wat ook achter de Februaristaking zit. Als je niet naar elkaar kunt luisteren, hoe kun je dan ooit op een goede manier solidair zijn met elkaar